Fiscaal kader: werkgevers teleurgesteld, gaan eigen weg

De samenwerkende koepels van werkgevers in de zorg hebben geen vertrouwen meer in eerdere beloftes rondom het fiscaal kader zzp zorg. Zij merken zowel bij de Belastingdienst, als de drie betrokken ministeries te weinig draagvlak voor samenwerking. De werkgevers zijn teleurgesteld en gaan nu hun eigen weg.

Werkgevers: Belastingdienst toont twee gezichten

Na de berichtgeving dat de Belastingdienst het fiscaal kader zzp zorg 'onuitvoerbaar' vindt, komen er reacties los bij werkgevers. Brancheorganisaties van werkgevers in de zorg zijn verenigd via de koepel Brancheorganisaties Zorg (BoZ). BoZ voorzitter Theo van Uum uit zich via diverse berichten in de media. Het is duidelijk dat werkgevers in de zorg uit het overleg rondom het fiscaal kader gestapt zijn, nadat (een deel van) de Belastingdienst het kader 'onuitvoerbaar' noemde. Van Uum geeft aan dat er “binnen de Belastingdienst twee stromingen zijn: de rekkelijken en de preciezen. Die laatste hebben gewonnen”. Hiermee wordt bedoeld dat een aantal medewerkers van de Belastingdienst zo 'precies' naar de arbeidswet kijkt, dat een fiscaal kader niet mogelijk zou zijn. Die groep heeft binnen de Belastingdienst voor zoveel vertraging gezorgd, dat werkgevers nu teleurgesteld afhaken en hun eigen weg gaan.

Ministerie Financiën: jammer dat werkgevers stoppen

Het ministerie van Financiën, verantwoordelijk voor de Belastingdienst, geeft aan dat het jammer is dat BoZ het overleg heeft gestopt. “De ministeries van VWS, SZW, Financiën en de Belastingdienst zien graag dat de gesprekken hervat worden. Het blijft onze intentie om gezamenlijk te kijken naar werkbare oplossingen. Zodat we in samenwerking met de zorgsector meer duidelijkheid kunnen bieden aan onder andere werkgevers en zzp’ers.” Het ministerie gaat niet in op de tweestrijd binnen de Belastingdienst en de gevolgen die dat heeft voor het fiscaal kader. Alhoewel het ministerie van Financiën op 6 juli vorig jaar tekende voor de creatie van een fiscaal kader zzp zorg, kreeg zij haar eigen Belastingdienst niet volledig aan boord. Nu ontstaat het beeld dat de drie ministeries proberen de zwarte piet bij werkgevers neer te leggen, in plaats van te kijken naar hun collega ambtenaren bij de Belastingdienst.

Werkgevers: tijd is op, we gaan onze eigen weg

Op de vraag of de zorgsector wordt beoordeeld via een fiscaal kader of de arbeidswet, lijkt dus nu een antwoord te zijn gekomen. Nu de Belastingdienst de handen intern niet op elkaar krijgt voor een fiscaal kader, resteert de arbeidswet. Dat is nu nog de wet DBA, maar wordt per 1 januari 2026 de VBAR. Werkgevers in de zorg gaven al eerder aan de concept wet VBAR van minister van Gennip, niet te zien zitten. Daarnaast - nog belangrijker - worden steeds meer zorgorganisaties nu al onder de wet DBA bezocht door de Belastingdienst. Op regionaal niveau voerde de Belastingdienst de handhaving voor de wet DBA juist op. BoZ geeft aan dat "vooral bij de Belastingdienst de zorgcontext bij de beoordeling van de arbeidsrelatie te weinig wordt meegenomen." De bedoeling was dat het fiscaal kader zzp zorg wel rekening zou houden met die specifieke zorgcontext. Werkgevers geven aan geen tijd meer te hebben om te wachten op de Belastingdienst en gaan hun eigen weg. Zij stomen zorgaanbieders klaar voor Belastingdienst controles op zzp’ers. Met een vergevorderd fiscaal kader en een goedgekeurde modelovereenkomst voor intramurale zorg, valt er best iets zinnigs te zeggen over hoe zorgorganisaties zich het beste kunnen verhouden tot de Belastingdienst.